Creatieve Manieren om Kaarsenzand te Gebruiken

Volg deze eenvoudige maar zeer belangrijke regels voor het branden van kaarsen om een veilige en aangename ervaring te garanderen met je The Candledust-kaars:
Laat je kaars bij het eerste gebruik branden totdat het gesmolten wasbad de rand van het glas bereikt. Dit zorgt voor een gelijkmatige verbranding van je kaars. Het wordt aangeraden deze regel telkens te volgen wanneer je een kaars brandt, zodat je er maximaal van kunt genieten.
KNIP ALTIJD de lont tot 5 mm af vóór je je The Candledust-geurkaarsen met natuurlijke geuren aansteekt. Dit voorkomt dat de lont een ‘champignonvorm’ krijgt en rookt. Als de lont niet wordt bijgeknipt, kan de vlam te groot worden en rook produceren – een kaars onder deze omstandigheden branden is gevaarlijk en tast de kwaliteit van de brandervaring aan. Als je merkt dat de vlam te groot wordt of rookt, doof dan de kaars, knip de lont bij en steek de kaars opnieuw aan indien gewenst. Dit verlengt de levensduur van je kaars.
Een kaars uitblazen kan rook veroorzaken – doop in plaats daarvan de lont in de gesmolten was, recht ze en centreer ze opnieuw voor het volgende gebruik.
Stop met branden wanneer er nog 1 cm of minder was over is in je The Candledust-kaars.
Brand een kaars altijd op een hittebestendig oppervlak, uit de buurt van brandbare voorwerpen. Wees voorzichtig bij het verplaatsen van een brandende kaars – het glas kan heet zijn.
Houd een brandende kaars buiten het bereik van kinderen en huisdieren.
Brand geen kaars in de tocht.
Laat een brandende kaars nooit onbeheerd achter!
Als er roet op de rand van het glas zit (omdat je de lont niet hebt bijgeknipt…), gebruik dan een papieren doekje om het voorzichtig af te vegen en het glas schoon te maken.